Laatste knipoog van een hoogbejaarde

Laatste knipoog van een hoogbejaarde

Hein Thijssen | 2007 | Uitgeverij SWP
6,90

Omschrijving

Ik heb in mijn leven heel wat ouderen op een stoel zien zitten – buiten voor hun huis, binnen achter het raam, op een bank in hun tuintje, in een bejaardentehuis – stilzwijgend voor zich uit kijkend. 
Ik vroeg me dan altijd af: wat gaat er door die mensen heen, wat speelt zich daar af in dat gerimpelde hoofd? 
Het antwoord, dat ik sinds enige tijd verkregen heb, is niet van horen zeggen of afk omstig uit eindscripties over bejaardenzorg van jonge studenten, die nog bejaard moeten worden, maar komt voort uit bloedeigen ervaring. Want als 84-jarige zit ik nu zelf in die stoel en ik weet dus van wanten. Wat zo jammer is, is dat dit ‘van wanten weten’ enkel mijzelf betreft . Wat er in de hoofden van al die leeft ijdgenoten van mij omgaat, weet ik niet, hoewel ik een sterk vermoeden heb. Met enige mate van zekerheid weet ik wel wat er zoal in míjn hoofd omgaat, en daar wil ik u wel het een en ander over vertellen. Dat eigen hoofd is trouwens het enige wat ik heb. Als ik daarbuiten treed, verdwaal ik in het wazige rijk van de geriatrie en ben ik in een oog wenk de weg kwijt, hetgeen niet te wijten is aan de geriatrie, maar aan mijn leeft ijd.
Hoe komt het toch dat ik zo oud ben geworden? Behalve gezonde voeding en het vermijden van domme gezondheidsrisico’s ben ik er min of meer van overtuigd dat een knipoog naar de ‘ernst van het leven’ en al zijn problemen en krampachtigheid mij het twijfelachtige voorrecht heeft  gegeven een hoge leeft ijd te bereiken. Deze levensstijl heeft  mijn immuunsysteem namelijk de kracht gegeven om te doen waarvoor het bestemd was. De vraag die mij nu onmiddellijk toegeworpen wordt, kan ik helaas niet beantwoorden. Hoe zit dat dan met al die oude, verbitterde, eeuwig treurende, boze en gefrustreerde menselijke leeft ijdgenoten? Hoe zit bij hen de vork in de steel? Waar hebben die hun hoge leeft ijd aan te danken? Ik weet het niet. Mijn knipoog naar het leven en mijn vermogen om te relativeren, waardoor ik bijna voortdurend zonder stress ben en ontspannen leef, zijn voor mij de startpunten geweest van een kettingreactie op gebied van geestelijke en lichamelijke gezondheid. Dat heeft mijn immuunsysteem in topvorm gehouden, denk ik, waarmee de strijd al voor de helft  gewonnen was.